Kraamzorg

De kraamzorg moet voor de 16e week van je zwangerschap geregeld zijn. Bij je intakegesprek krijg je van ons een folder mee om je aan te melden. De Kraamverzorgende assisteert de verloskundige bij de bevalling thuis. Vervolgens zal zij in het kraambed de directe zorg voor moeder en kind op zich nemen. Dit is ook het geval als je in het ziekenhuis bent bevallen.

Kraambed

Wanneer je thuis of poliklinisch bevallen bent en alles is goed verlopen, dan zul je je kraambed thuis doorbrengen. De kraamverzorgster komt (meestal) de eerste 8 dagen na de bevalling in huis om jullie te leren hoe je je baby verzorgt. Ook helpt ze eventueel bij het geven van borstvoeding en controleert ze dagelijks moeder en kind. Daarnaast verricht ze in overleg licht huishoudelijk werk.Wij streven ernaar om in het kraambed om de dag bij je langs te komen, indien noodzakelijk komen we vaker. Hieronder vind je een lijst van wat wij en de kraamverzorgster allemaal controleren bij de moeder en de baby. Behalve alle controles willen we natuurlijk ook graag weten hoe het met jullie gaat en hoe je de bevalling ervaren hebt. Heb je vragen of opmerkingen laat het ons dan ook even weten.

Bij de moeder

Bloedverlies
In de eerste dagen na de bevalling is het normaal dat je nog bloedverlies hebt. De plaats waar de placenta in je baarmoeder vastgezeten heeft, is na de bevalling een wond waar je nog een aantal weken bloedverlies uit kunt hebben. Ook is het normaal dat je de eerste dagen na de bevalling stolsels verliest. Schrik daar niet van, ook al zijn ze vrij groot. De kraamverzorgster houdt samen met ons de hoeveelheid bloedverlies in de gaten. Maar verlies je zoveel bloed dat een kraamverband steeds binnen een kwartier vol is, dan moet je ons bellen.

In de loop van het kraambed zal het bloedverlies overgaan van helderrood naar donkerbruin. Ook neemt het bloedverlies steeds meer af, tot het uiterlijk na 6-8 weken na de bevalling helemaal gestopt is.

Stand van de baarmoeder
Gedurende het kraambed zal de kraamverzorgster iedere dag de stand van je baarmoeder voelen. Je baarmoeder hoort na de bevalling hard aan te voelen en in de loop van het kraambed te zakken tot onder je schaambeen. Twijfelt de kraamverzorgster of zakt de baarmoeder niet goed genoeg dan zal ze dit aan ons doorgeven en zullen wij je baarmoederstand ook controleren.

Het is belangrijk dat je baarmoeder goed samentrekt na de bevalling. Daardoor verlies je niet te veel bloed en zakt de baarmoeder ook sneller naar beneden. Soms voel je het samentrekken van je baarmoeder duidelijk. Je hebt dan last van naweeën. Naweeën kun je ook voelen wanneer je je baby aan de borst legt, want het hormoon dat ervoor zorgt dat je melk toeschiet, zorgt er ook voor dat je baarmoeder samentrekt. Na een keizersnede zakt de baarmoeder langzamer. Hij blijft de eerste dagen zelfs ter hoogte van je navel staan. Over het algemeen zal de kraamverzorgster dan niet de stand van de baarmoeder nakijken, dat wordt door ons gecontroleerd.

Hechtingen
Indien je hechtingen hebt, zal de kraamverzorgster die ook elke dag controleren. Meestal controleren wij je hechtingen ook 1 of 2 keer tijdens het kraambed. Het is belangrijk om je hechtingen goed te verzorgen. Dit doe je door na ieder toiletbezoek de hechtingen onder de douche of met een kan water schoon te spoelen en door regelmatig je kraamverband te verschonen. Op deze manier voorkom je infecties.

Urineren
Vooral vlak na de bevalling houden we goed in de gaten of je kunt plassen. Het is belangrijk dat je dit regelmatig probeert. Een volle blaas zorgt ervoor dat je baarmoeder niet goed kan samentrekken. Je kunt dan teveel bloedverlies krijgen. Probeer daarom de eerste dag na de bevalling zeker iedere drie uur naar het toilet te gaan. Het kan zijn dat het gevoel dat je moet plassen de eerste dagen ontbreekt. Ga echter toch even op de toilet zitten: vaak kun je dan toch plassen. Binnen 9 uur na de bevalling moet je geplast hebben. Zo niet, dan bel je ons.

Temperatuur en hartslag
Je temperatuur en hartslag worden 1 tot 2 keer per dag door de kraamverzorgster gecontroleerd. Je temperatuur meten we het liefst rectaal omdat hij dan het meest betrouwbaar is. Je hartslag bepalen we door bij je pols naar je slagader te voelen. Temperatuurverhoging kan een eerste aanwijzing zijn voor een infectie en zal door de kraamverzorgster dan ook altijd aan ons doorgegeven worden.
Een lichte temperatuurverhoging rond de 3e,4e of 5e dag wordt meestal veroorzaakt doordat je last hebt van stuwing in je borsten.

Bij de baby

Temperatuur
De temperatuur wordt bij een pasgeboren baby zeer regelmatig gecontroleerd. Pasgeboren baby’s hebben nog weleens moeite om hun temperatuur goed op peil te houden. Hun thermostaatje werkt nog niet zo goed als bij volwassenen of oudere kinderen. Baby’s komen immers uit een omgeving (de baarmoeder) waar het constant 37 graden is en wanneer ze geboren worden, moeten ze soms even leren hoe ze hun eigen lichaam op temperatuur moeten houden. Om ze hierbij een beetje te helpen, krijgen de meeste baby’s daarom in het begin een kruikje in hun wieg. De kraamverzorgster legt jullie precies uit wanneer je een extra kruikje moet geven en wanneer je deze moet vervangen.

Poepen en plassen
Een pasgeboren baby moet liefst binnen 24 uur na de bevalling gepoept en geplast hebben. In het begin, wanneer de borstvoeding nog niet goed op gang is, zal een baby ook niet zoveel poepen en plassen. Wanneer een baby voldoende voeding binnenkrijgt zal hij/zij ook meer gaan plassen en zal de ontlasting van de baby gaan verkleuren. Babypoep is in het begin zwart (meconium) enzal naarmate de baby meer voeding binnenkrijgt geel worden. Aan de hoeveelheden die een baby poept en plast kunnen we afleiden of een baby voldoende voeding binnenkrijgt.

Gewicht
Direct na de geboorte wordt de baby gewogen. Dit herhalen we meestal de vierde en achtste dag. Omdat we nu even in een onderzoeksfase zitten in Nijmegen wegen we iedere dag.

Alle baby’s vallen af na de geboorte, dit is normaal. Baby’s mogen 10% van hun geboortegewicht verliezen. Wanneer baby’s borstvoeding krijgen, zal dit meestal rond de vierde dag goed op gang komen. Je kunt er dus vanuit gaan dat baby’s vanaf de vierde dag weer gaan groeien, omdat ze dan volop voeding binnenkrijgen. Indien een baby te veel afvalt of dreigt te veel te gaan afvallen, gaan we maatregelen nemen om te voorkomen dat hij uitdroogt. Baby’s mogen er 2 weken over doen om op hun geboortegewicht terug te zijn.

Kleur
De kleur van de baby is in de eerste dagen na de bevalling een belangrijke controle. De meeste baby’s worden rond 3-4-5e dag een beetje geel. Dit wordt veroorzaakt door bilirubine. Bilirubine is een afbraakproduct van rode bloedcellen die pasgeboren baby’s extra veel hebben. Deze extra rode bloedcellen worden na de geboorte afgebroken waarbij het bilirubine vrijkomt. De lever moet ervoor zorgen dat het bilirubine met de urine en ontlasting uitgescheiden wordt. Maar omdat de lever van een pasgeboren baby nog niet altijd helemaal optimaal functioneert, wordt het bilirubine soms niet snel genoeg opgeruimd. Het hoopt zich dan op in de huid waardoor kindjes soms een geel kleurtje krijgen. Dit kan geen kwaad en trekt vanzelf weer weg, maar we houden het wel altijd goed in de gaten. Wanneer baby’s te geel zien en/of daarbij niet meer goed willen drinken en suf worden, laten we de baby altijd een keer extra controleren door de kinderarts.

Voeding
De voeding van de baby krijgt de eerste dagen na de geboorte extra aandacht van ons en de kraamverzorgster. Wanneer je borstvoeding geeft, zullen wij en de kraamverzorgster je veel informatie en tips geven. De eerste dagen zal de borstvoeding nog niet op gang zijn. Een pasgeboren
baby heeft echter reserves om de eerste periode te overbruggen. Wanneer je flesvoeding geeft, zullen we de eerste dag beginnen met zo’n 10-15 cc voeding iedere 3 uur. Deze hoeveelheid wordt iedere dag verhoogd. We kijken hierbij wel naar de behoefte van je kindje. Natuurlijk krijg je ook hierbij informatie en tips.

Hielprik
Doormiddel van de hielprik worden baby’s sinds 1 januari 2007 op 17 verschillende ziektes gecontroleerd. De prik gebeurt minimaal 72 uur na de geboorte van je kindje. De hielprik wordt in Noord-Limburg (Plasmolen, Middelaar, Milsbeek, Mook en Molenhoek) door de thuiszorg Noord-Limburg uitgevoerd en in Gelderland door de GGD.  Tevens zal bij de hielprik ook de gehoorscreening gedaan worden. Meer informatie hierover krijg je in week 35 van je zwangerschap.

Moedercafé te Malden
Voor informatie zie het kopje ‘links’.

Aanmelden? Klik hiernaast voor het aanmeldformulier